Al zul je misschien de neiging hebben om je kind te laten gaan spelen met andere kinderen van zijn leeftijd, zal hij toch nog voornamelijk ge nteresseerd zijn in jou en in zijn eigen wereldje. Hij houdt er het meest van om met je en andere verzorgers om te gaan en te spelen. Als er een ander kind is waar je kind vaak aan wordt blootgesteld, zal hij er een vriendschap mee ontwikkelen. Je zult zelfs merken dat je kind zich minder opwindt om het bekende kind en er minder ruzie mee maakt dan wanneer hij wordt blootgesteld aan onbekende kinderen.
Kinderen leren en ontwikkelen nieuwe vaardigheden voornamelijk door te spelen. Je kan je kind aanmoedigen om met andere kinderen te spelen, maar dwing hem nooit als hij geen interesse heeft. Tijdens het spelen met andere kinderen is het handig om twee of drie exemplaren van hetzelfde speelgoed te hebben zodat er minder kans is dat de kinderen er ruzie om krijgen. Op deze leeftijd porren en duwen kinderen elkaar om gedag te zeggen. Laat hem zien hoe hij voorzichtig moet zijn en zorgzaam en gevoelig voor de gevoelens van andere kinderen.
De meeste ouders van peuters van deze leeftijd merken dat kinderen lastig gaan doen en zich slecht gedragen wanneer je juist wilt dat ze zich goed gedragen. Het is belangrijk voor je om te leren hoe je het best om kunt gaan met het gedrag dat je kind vertoont, en ook hoe je stout gedrag kunt voorkomen. Je dient redelijke verwachtingen te hebben. Iedereen weet dat kinderen van deze leeftijd nog maar een korte spanningsboog hebben, niet graag delen met anderen en het vaak moeilijk vinden om stil te zitten. Daarom kun je tochtjes naar de bibliotheek om nieuwe voorleesboekjes uit te zoeken het best kort houden. Er dient goed toezicht te worden gehouden op het speelkwartiertje met vriendjes en dit dient ook kort gehouden te worden. Vertel je kind voordat jullie ergens heen gaan altijd waar jullie naartoe gaan en hoe je wilt dat hij zich gedraagt. Als hij stil moet zijn in de bibliotheek, zeg hem dit dan. Als jullie ergens heen gaan waar hij zich zou kunnen gaan vervelen, moe zou kunnen worden of honger zou kunnen krijgen, bereid je je hier dan op voor. Neem een tussendoortje of wat speelgoed met je mee. Prijs je kind voor positief gedrag en als je ziet dat hij zich niet goed gedraagt, zet hem dan aan de kant en herinner hem er rustig aan hoe hij zich dient te gedragen en wat de gevolgen van zijn gedrag zijn.
De taalvaardigheden van je kind zijn nu snel toe aan het nemen! Hij kan inmiddels ongeveer twintig woorden zeggen. Hij vindt het nog steeds leuk om boekjes te lezen en (kinder)liedjes te zingen. Denk eraan dat je de aanwijzingen die je je kind geeft simpel en duidelijk houdt. Als je wilt dat hij zijn speelgoed oppakt, ze naar zijn kamer brengt, zijn teddybeer pakt en zich klaarmaakt om naar bed te gaan, geef dan steeds één instructie tegelijk. Als je te veel instructies tegelijk geeft, zal hij in de war en gefrustreerd raken. Ook al wil hij heel graag de dingen doen die jou en andere verzorgers blij maken, toch zal je kind soms weigeren om zijn instructies uit te voeren.
Je kind is steeds onafhankelijker aan het worden. Hij kan zijn handen wassen en afdrogen nadat hij buiten heeft gespeeld of voordat hij gaat eten, mits je hem hebt geleerd hoe hij dit moet doen. Volwassenen moeten kinderen laten zien hoe ze hun handen moeten wassen zodat het aantal schadelijke bacteri n beperkt wordt gehouden. Je peuter kan een beker vasthouden en eruit drinken. Als de beker geen deksel bevat, bereid je er dan op voor dat er wat gemorst zal worden. Kinderen van deze leeftijd moeten nog steeds leren hoe ver ze de beker moeten kantelen om eruit te kunnen drinken. Het is je wellicht ook opgevallen dat hij zijn eigen schoenen aan kan doen. Soms zal hij echter zijn schoen aan de verkeerde voet doen en hij kan zijn schoenveters nog niet zelf strikken.
Ontwikkeling: Fysiek
- Kan de trap oplopen met beide voeten op een trede.
- Houdt ervan om te rennen.
- Houdt er nog steeds van om te klimmen.
- Houdt ervan om te dansen.
- Probeert te springen.
Ontwikkeling: Cognitief
- Kan ongeveer twintig woorden zeggen.
- Probeert instructies op te volgen.
- Houdt van lezen, maar kan de pagina's per ongeluk scheuren.
- Houdt van kleine voorwerpen.
- Kan mensen op foto's herkennen en benoemen.
- Kan simpele puzzels van drie tot vier stukjes oplossen.
- Kan zijn handen wassen en afdrogen.
Ontwikkeling: Emotioneel
- Begint minder op zichzelf geconcentreerd te raken.
- Begint te genieten van het gezelschap van andere kinderen.
- Zijn ouders zijn nog steeds zijn favoriet.
- Soms gierig en zelfzuchtig.
- Weet wat van hem is en wat niet.
Geschikt speelgoed
- Puzzels.
- Boekjes.
- Speeltoestellen.
- Rijgkralen.
- Sorteerspelletjes.
- Tekenmateriaal.
- Buitenspeelgoed.
- Muziekspeelgoed.
- Interactief educatief speelgoed.
- Doe-alsof-speelgoed.